Met haar debuutroman Wij zijn licht (2020) viel Blees meteen in de prijzen: de Nederlandse Boekhandelsprijs mee, de literatuurprijs van de EU en ze werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. Het verhaal gaat over leden van een woongroep die besluiten om te stoppen met eten en te leven van licht en liefde. Dit drastische besluit wordt een van hen fataal.

Deze psychologische roman is meesterlijk geschreven.

Blees weet de lezer steeds opnieuw te verrassen met een onverwachte wending of een opzienbarende samenhang.

Het is ook een beklemmend en tegelijkertijd hoogst vermakelijk boek over schuld, idealen, waarden en de toekomst van de woongroep. Haar schrijfstijl is uniek en laat je ‘steigeren van bewondering’, aldus een criticus.
 
Ook als dichter maakte Blees naam. In de prachtige bundel Dwaallichten (die werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs) onderzoekt Blees de menselijke behoefte om het onbegrijpelijke te begrijpen.

Haar recentste dichtbundel Week (2022) bevat de gedichten die ze wekelijks tijdens haar zwangerschap schreef, 42 in totaal. De aanstaande moeder spreekt hiermee tot haar nog ongeboren kind.

Wat opvalt is dat Blees spaarzaam is met haar woorden, maar ze kloppen precies.

Blees is daarnaast ook bekend van haar vernuftige verhalen (Aan doodgaan dachten wij niet; Allemaal lichtpuntjes) en haar columns in de Volkskrant.

Ze werkt aan een nieuwe roman: De ramen (verschijnt maart 2024).